Draaitschijven; termen voor spoortoewijzing

Verwendung

Draaischijf

Basisconcepten van de draaischijf

De heer Freiwald heeft een beschrijving gegeven in deze post:

Eerst moeten een paar basistermen opnieuw worden verduidelijkt:

• Mogelijke aansluitsporen: Dit zijn alle sporen die verbonden kunnen worden met een draaischijf. In jouw geval 48.
• Actieve aansluitsporen: Dit zijn de aansluitsporen waarlangs locomotieven daadwerkelijk op de draaischijf kunnen rijden.
• Passieve aansluitsporen: Als er geen ander actief aansluitspoor aan de andere kant van een actief aansluitspoor ligt, creëert het programma hier automatisch een passief aansluitspoor.
• Bestuurbare aansluitsporen: Dit zijn de aansluitsporen die de decoder moet kunnen besturen. Dit is altijd het totaal van de actieve en passieve aansluitsporen. Als er bijvoorbeeld een actief aansluitspoor op 3 uur is, maar niet op 9 uur, dan creëert het programma een passief aansluitspoor op 9 uur. Een locomotief die vanaf 3 uur met de schoorsteen eerst de draaischijf oprijdt en ook via hetzelfde spoor met de schoorsteen eerst de draaischijf moet verlaten, moet worden gedraaid met de tender op 9 uur. Daarom moet de 9 uur positie ook bestuurbaar zijn voor de decoder, zelfs als daar geen actief aansluitspoor is.

Fig: draaischijf

Für den Decoder ist es übrigens egal, ob ein Gleisanschluss aktiv oder passiv ist. Wenn er die Bühne nach 9 Uhr dreht, so spielt es für die Bühnenansteuerung keine Rolle, ob bei 9 Uhr noch ein Gleis angeschlossen ist oder nicht.

48 Gleise einstellen

1. Stellen Sie die Drehscheibe auf 48 mögliche Gleise ein.
2. Löschen Sie im linken Fenster alle Gleisanschlüsse, über die die Bühne nicht befahren werden kann. Sie werden sehen, dass dabei automatisch passive Gleisanschlüsse dort entstehen, wo es auf der gegenüberliegenden Seite noch einen aktiven Anschluss gibt.
3. Notieren Sie sich die verbleibende Zahl der aktiven Gleisanschlüsse. Diese muss mit der Anzahl der Zufahrtsgleise übereinstimmen, die auf der Anlage tatsächlich vorhanden sind.
4. Richten Sie das Drehscheibensymbol im Stellwerk so ein, dass mindestens die Anzahl der aktiven Gleisanschlüsse daran dargestellt werden kann.
5. Löschen Sie nun im rechten Fenster alle Gleisanschlüsse, bis nur noch soviele Anschlüsse übrigbleiben, dass deren Anzahl der der aktiven Anschlüsse im linken Fenster entspricht. Kurz gesagt: das Drehscheibensymbol im Stellwerk stellt exakt die aktiven Gleisanschlüsse dar - also diejenigen mit angeschlossenem Zufahrtsgleis.

Referenzgleis

Eine weitere Stellungnahme zu diesem Thema erfolgte in diesem Beitrag :

Wenn das Gleis 1 auch das Referenzgleis für die Programmierung sein soll, so muss es im Drehscheibenfenster auf die

• Position 9 Uhr (horizontale Drehscheibe) oder
• Position 12 Uhr (vertikale Drehscheibe) gelegt werden.

Passen Sie das Bild im Drehscheibenfenster (linkes Fenster in der Registerkarte Gleise) bitte so an, dass Gleis 1 bei 9 Uhr oder 12 Uhr liegt. Wenn Sie es bei 12 Uhr liegen haben möchten, so zeichnen Sie es dort ein und wählen Sie in der Registerkarte Allgemeines als Ausrichtung Vertikal. Wenn Gleis 1 bei 9 Uhr liegen soll, so zeichnen Sie es dort ein und wählen Sie in der Registerkarte Allgemeines als Ausrichtung Horizontal.

Weblinks

• Begriffe: Forenbeitrag
• Referenzgleis: Forenbeitrag
• TC-wiki: Drehscheibendecoderprogrammierung
• TC-wiki: Lokschuppen Tore

-- Wohlmannstetter 15:07, 4. Feb. 2011‎

bearbeitet: Digi thomas2003 14:05, 1. Mär. 2014‎, Uslex (Diskussion) 10:34, 31. Aug. 2022 (CEST)