Lokomotive einmessen/nl

Verwendung

Locomotieven kalibreren

Het meettraject

Fig: Meettraject

• Het meettraject (ten minste het middengedeelte) voor de volgende metingen moet zonder bochten, vlak en zonder wissels zijn.
• De gebruikte locomotief moet opgewarmd zijn. Warme motoren reageren anders dan koude.
• Een meettraject gaat niet over blokken, maar over 3 opeenvolgende detectoren op het systeem of een extra meetspoor!
• Meet de lengte van het meettraject nauwkeurig.

Instructies voor kalibreren met TrainController vanaf versie 10

Vanwege de veranderingen sinds TrainController 10 heeft Florian Strobl van modellbahnportal.at een nieuwe tutorial gemaakt.

Download instructies

• De volledige Tutorial voor TC 10 is beschikbaar als: Einmessen_tutorial_100.pdf.

Voor oudere TC-versies:

• De handleiding voor TC 9 is beschikbaar als: Einmessen_tutorial_90.pdf
• De handleiding voor TC 7 en 8 is beschikbaar als: Einmessen_tutorial_70.pdf.

Verdere ervaringen

Een collega heeft deze ervaring opgeschreven op het forum.

Hij behandelt deze onderwerpen:

• Contactpunt en remcompensatie
• Locomotief protocol
• Meting van een enkele snelheidsniveau (voornamelijk om de maximumsnelheid van een locomotief te bepalen)
• Kalibratiefout in het snelheidsprofiel
• Spanningsverschillen op de baan
• Ont-denderen van detectoren

Fouten in de kalibratiecurves

Kruipsnelheid is te hoog

Tijdens het ondersteunende werk in het forum zijn de volgende kalibratiecurven aan het licht gekomen.

Fig: de kruipsnelheid is te hoog ingesteld

Maximumsnelheid is te hoog

Fig: de CV voor maximale snelheid moet worden verlaagd

Kruipsnelheid en maximumsnelheid onjuist

Fig: de kruipsnelheid en de maximumsnelheid moeten worden bewerkt

Contactpunt

Het contactpunt is niet voor alle drie de locomotieven ingevoerd en de Uitgebreide profielgeneratie (UPG) moet worden gebruikt.

Optimale resultaten kunnen niet worden bereikt met deze instellingen.

Bepaal het contactpunt

• is de afmeting vanaf de achterste buffer tot de eerste as voor of achter die het contact activeert in cm.

Afb: contactpunt

Maximale snelheid met CV5 of referentiespanning?

In veel beschrijvingen vind je de hint dat de maximumsnelheid van de te kalibreren loc moet worden verlaagd met CV 5 '

• Ik heb een post geopend op het forum over dit onderwerp.

Als alternatief kan de snelheid van voertuigen worden verlaagd door de referentiespanning te verlagen.

Het verlagen van CV5 heeft tot gevolg dat een paar van de bovenste interne snelheidsstappen wegvallen. Ik laat deze waarde altijd op 255 staan zodat alle interne snelheidsstappen beschikbaar zijn.

De referentiespanning is ingesteld in tienden van een volt. Als ik de referentiespanning verlaag naar bijvoorbeeld 12 volt en de decoder ontvangt 18 volt van de rails, dan zou de locomotief naar zijn mening te snel rijden met de hogere spanning. Daarom zal hij minder of kortere pulsen naar de motor sturen. De locomotief rijdt langzamer en ik heb nog steeds het volledige bereik van alle snelheidsniveaus, omdat CV5 nog steeds op 255 staat.

Volgens de NMRA kunnen registers 47-64 vrij worden gebruikt, afhankelijk van de fabrikant. De lastregelparameters liggen (meestal) ook in dit bereik.

• Michael Mertner heeft een aanvullende opmerking over de referentiespanning gemaakt in dit artikel.

Nauwkeurigheid en toleranties

Mr Freiwald geeft nog een paar tips hierover in het Forum:

• Toleranties in het bereik van 5% zijn absoluut in orde en te verwachten voor afstand-tijd berekeningen.
• Afwijkingen van 10 cm op totale afstanden van 200 cm zijn daarom niet noemenswaardig. 15-20 cm is niet echt goed op 200 cm, maar ook niet echt slecht.
• Een meettraject van 33 cm voor N-spoor (of ruim 60 cm voor H0-spoor) zou voor mij te kort zijn. Geïsoleerde onregelmatigheden in het rijgedrag van de locomotief of in het gedrag van het systeem tijdens de meting worden dus zonder compensatie weergegeven.
• Het meettraject moet kaarsrecht zijn, de detectie secties moeten zonder tussenruimten aan elkaar grenzen en idealiter geen wissels bevatten.
• 28 snelheidsstappen' leiden vaak tot betere resultaten dan 126, omdat het aandeel werkelijk gemeten snelheidsstappen in hun totale aantal hoger is met 28 dan met 126. Dit kan (maar hoeft niet) een positief effect hebben op de nauwkeurigheid van de afstand/tijd-berekeningen.

Kalibratie met hardware van derden

Lichtsluis

Een locomotief kan niet alleen op een gedefinieerde route worden gekalibreerd, maar ook met lichtbarrières.

• In dit artikel heeft Michael Mertner de voor- en nadelen geanalyseerd in Einmessen_mit_Lichtschranke_kontra_Messtrecke.pdf beschreven

Rollenbank

Er is een apart artikel over het kalibreren van locomotieven met de rollenbank hier in de TC-wiki: Rollenbank

Weblinks

• Instructies TC 10 (Duits): Einmessen_tutorial_100.pdf
• Instructies TC 9 (Duits): Einmessen_tutorial_90.pdf
• Instructies TC 7 und 8 (Duits): Einmessen_tutorial_70.pdf
• Vergelijking (Duits): Einmessen_mit_Lichtschranke_kontra_Messtrecke.pdf
• UPG (Duits): Erweiterte Profilgenerierung
• Ervaring: Forum
• Referentiespanning: Forum
• Toleranties: Forum
• TrainController 7 und 8: Snelheidsprofiel maken / locomotieven "kalibreren"
• TC-wiki: Kalibreer locomotief, bezettingsmelding in de meetblokken wordt niet weergegeven

-- Wohlmannstetter (Diskussion) 19:52, 5. Nov. 2017 (CET)

bearbeitet: Wohlmannstetter (Diskussion) 19:40, 27. Jan. 2018 (CET), Wohlmannstetter (Diskussion) 16:48, 10. Mär. 2021 (CET), Uslex (Diskussion) 10:44, 19. Jul. 2022 (CEST), Uslex (Diskussion) 07:53, 8. Jan. 2024 (UTC)