Boostermanagement met Uhlenbrock Power4

Aus RailRoad&Co.-Wiki
Version vom 11. September 2025, 14:54 Uhr von Albert Hartveld (Diskussion | Beiträge) (Die Seite wurde neu angelegt: „'''Voorwaarde 1:''' Er moet een digitaal systeem zijn aangesloten en geregistreerd dat via zijn pc-interface de melding van boosterstatussen ondersteunt. De oude Intellibox 1 kan de LocoNet-telegrammen van de booster niet doorsturen naar de computer. Alleen de Intellibox 2 (of de IB-Com) kan dat.“)
Zur Navigation springenZur Suche springen
Verwendung
thumbs


Boostermanagement met Uhlenbrock Power4 (ook Power22, Power40, Power70)

Boostergebieden ingesteld

Ik heb de boostergebieden al helemaal klaar in de treindienstleider.

Hoe wordt het boosterbeheer met Intellibox en de Power 4-boosters ingesteld?

Digitaal systeem aangesloten

De modelspoorwegcollega respace99 heeft in dit artikel de informatie beschikbaar gesteld.

Voorwaarde 1: Er moet een digitaal systeem zijn aangesloten en geregistreerd dat via zijn pc-interface de melding van boosterstatussen ondersteunt. De oude Intellibox 1 kan de LocoNet-telegrammen van de booster niet doorsturen naar de computer. Alleen de Intellibox 2 (of de IB-Com) kan dat.

Voraussetzung 2: In der LNCV8 des Power4 muss eine freie Magnetartikeladresse eingetragen sein. Standardmässig ist dort eine "0" drin. Siehe Kapitel 4.1.4 sowie 4.3 und 4.4 der Power4-Anleitung.

Konfiguration

Hier die Konfiguration eines Power4-Boosters (an IntelliBox 2):

  • Unter "Anschluss - Adresse" ist der Wert der LNCV8 der IB eingetragen
  • Unter "Anschluss - Nummer" die ersten vier Stellen der Artikelnummer (65100) der Intellibox 2

Abb: Booster-Management

Die beiden "nur lesbaren" LNCV's (6+7) werden dann im Infofeld des Boosters dargestellt.

-- Uslex (Diskussion) 22:03, 8. Jun. 2021 (CEST)
bearbeitet: Uslex (Diskussion) 14:55, 2. Jun. 2025 (CEST)